Kleding combineren is niet altijd eenvoudig, daarom willen wij enkele belangrijke tips meegeven zodat je aan de slag kunt gaan om een super leuke outfit te creëren. Vergeet echter niet, er zijn geen regels, want die bepaal je zelf. Je persoonlijke smaak, voorkeur en personaliteit zijn van groots belang en hebben uiteraard een invloed op je keuzes. Zorg ervoor dat jij je steeds prettig voelt in de outfit die je samenstelt.
Indien je het moeilijk vindt om een outfit samen te stellen, lijkt het misschien logisch om met een basic kledingstuk te beginnen zoals een jeans of een witte t-shirt dat makkelijk te combineren is met iets anders. Echter is het vaak interessant om dit eens om te draaien. Begin je outfit net met een eyecatcher! Start met een blouse voorzien van een opvallende print of een jurk met een felle kleur en vertrek van daaruit om de rest van je outfit samen te stellen naargelang wat je er bij vindt passen. Zo ga je een veel leuker en mooier resultaat bekomen.
Een vaakgebruikte richtlijn is om nooit meer dan drie verschillende kleuren te gebruiken in één outfit. Daarenboven dien je die drie kleuren dan terug te laten komen in verschillende concentraties, een goede vuistregel is de 60-30-10 verhouding. Dit wil zeggen dat je één kleur voor 60% van je outfit gebruikt, een tweede kleur voor 30% van je outfit en de laatste kleur voor de overige 10%, wat zich vaak vertaalt in een accessoire.
Verschillende kleuren combineren in je outfit is niet altijd makkelijk, daarom is het belangrijk om de kleurencirkel als uitgangspunt te gebruiken. Dit is een handige tool die je helpt bij het kiezen van kleuren die samen passen. Hieronder lichten we 3 verschillende manieren toe om kleurcombinaties te maken.
1. Monochrome kleurcombinaties
In een monochrome kleurcombinatie gebruik je verschillende tinten van één bepaalde kleur. Je combineert bijvoorbeeld een donkerblauwe rok met een lichtblauwe blouse of trui. Dergelijke outfits worden ook wel eens ton-sur-ton outfits genoemd. Kijkend naar de kleurencirkel blijf je dus binnen één spie maar varieer je in de diepte van de kleur. Een leuke extra is dat je door dergelijke combinaties langer en slanker lijkt.
2. Analoge kleurcombinaties
Analoge kleuren liggen naast elkaar op de kleurencirkel, dit wil zeggen dat er geen sterk contrast is tussen de kleuren maar ze passen wel goed samen en zorgen voor een harmonieus beeld. Je maakt deze combinaties door één kleur te kiezen op de kleurencirkel en deze vervolgens te combineren met de kleuren die links en/of rechts van deze kleur liggen. Let wel op dat je steeds rekening houdt met de 60-30-10 verhouding.
3. Complementaire kleurcombinaties
Durf je wat meer, kies dan voor complementaire kleuren. Dit zijn kleuren die tegenover elkaar liggen op de kleurencirkel, enkele voorbeelden zijn: rood met groen, violet met geel en oranje met blauw. Je kan vervolgens zelf bepalen hoe diep of licht deze kleuren zijn, de intensiteit mag dus verschillen. Let hierbij wel op dat niet alles een ideale kleurcombinatie is voor te dragen in een outfit. Hoewel fel rood en groen bijvoorbeeld complementaire kleuren zijn, wordt dit vaak geassocieerd met een kerstoutfit dus is dit niet de meest voor de hand liggende keuze.
Regelmatig hebben we vooroordelen over welke kleuren en combinaties ons wel of niet goed staan, maar het is beter om dit wat vaker los te laten en te vergeten. Kijk eens in je kast en probeer enkele verschillende outfits en kleurcombinaties samen te stellen om te zien of je ermee staat. Wat is namelijk het ergste dat kan gebeuren indien je een outfit past die je toch niet zo goed staat? Niets! Maar de kans is veel groter dat je enkele nieuwe combinaties ontdekt zodat je met een nieuwe look voor de dag kan komen.
.jpg)
